Informatie over het woord overmaken (Nederlands → Esperanto: transkontigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərmakə(n)/
Afbrekingover·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak over(ik) maakte over
(jij) maakt over(jij) maakte over
(hij) maakt over(hij) maakte over
(wij) maken over(wij) maakten over
(jullie) maken over(jullie) maakten over
(gij) maakt over(gij) maaktet over
(zij) maken over(zij) maakten over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overmake(dat ik) overmaakte
(dat jij) overmake(dat jij) overmaakte
(dat hij) overmake(dat hij) overmaakte
(dat wij) overmaken(dat wij) overmaakten
(dat jullie) overmaken(dat jullie) overmaakten
(dat gij) overmaket(dat gij) overmaaktet
(dat zij) overmaken(dat zij) overmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak overmaakt over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overmakend, overmakende(hebben) overgemaakt

Voorbeelden van gebruik

Als er niet kan worden verrekend, wordt het gehele terug te ontvangen bedrag naar uw bank‐ of girorekening overgemaakt.

Vertalingen

Duitsübermachen; überweisen
Esperantotranskontigi; ĝiri