Informatie over het woord substitueren (Nederlands → Esperanto: substitui)

Synoniem: in de plaats stellen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) substitueer(ik) substitueerde
(jij) substitueert(jij) substitueerde
(hij) substitueert(hij) substitueerde
(wij) substitueren(wij) substitueerden
(jullie) substitueren(jullie) substitueerden
(gij) substitueert(gij) substitueerdet
(zij) substitueren(zij) substitueerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) substituere(dat ik) substitueerde
(dat jij) substituere(dat jij) substitueerde
(dat hij) substituere(dat hij) substitueerde
(dat wij) substitueren(dat wij) substitueerden
(dat jullie) substitueren(dat jullie) substitueerden
(dat gij) substitueret(dat gij) substitueerdet
(dat zij) substitueren(dat zij) substitueerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
substitueersubstitueert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
substituerend, substituerende(hebben) gesubstitueerd

Vertalingen

Duitssubstituieren; vertauschen
Engelssubstitute
Esperantosubstitui
Portugeessubstituir
Saterfriesfertuuskje; substituierje
Spaansreemplazar; substituir