Informatie over het woord stolpen (Nederlands → Esperanto: subkloŝigi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stolp(ik) stolpte
(jij) stolpt(jij) stolpte
(hij) stolpt(hij) stolpte
(wij) stolpen(wij) stolpten
(jullie) stolpen(jullie) stolpten
(gij) stolpt(gij) stolptet
(zij) stolpen(zij) stolpten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stolpe(dat ik) stolpte
(dat jij) stolpe(dat jij) stolpte
(dat hij) stolpe(dat hij) stolpte
(dat wij) stolpen(dat wij) stolpten
(dat jullie) stolpen(dat jullie) stolpten
(dat gij) stolpet(dat gij) stolptet
(dat zij) stolpen(dat zij) stolpten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stolpstolpt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stolpend, stolpende(hebben) gestolpt

Vertalingen

Esperantosubkloŝigi