Informatie over het woord stileren (Nederlands → Esperanto: stiligi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stileer(ik) stileerde
(jij) stileert(jij) stileerde
(hij) stileert(hij) stileerde
(wij) stileren(wij) stileerden
(jullie) stileren(jullie) stileerden
(gij) stileert(gij) stileerdet
(zij) stileren(zij) stileerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stilere(dat ik) stileerde
(dat jij) stilere(dat jij) stileerde
(dat hij) stilere(dat hij) stileerde
(dat wij) stileren(dat wij) stileerden
(dat jullie) stileren(dat jullie) stileerden
(dat gij) stileret(dat gij) stileerdet
(dat zij) stileren(dat zij) stileerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stileerstileert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stilerend, stilerende(hebben) gestileerd

Vertalingen

Esperantostiligi
Portugeesestilizar