Informatie over het woord schrappen (Nederlands → Esperanto: skrapi)

Synoniemen: krassen, schrabben, schrapen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schrap(ik) schrapte
(jij) schrapt(jij) schrapte
(hij) schrapt(hij) schrapte
(wij) schrappen(wij) schrapten
(jullie) schrappen(jullie) schrapten
(gij) schrapt(gij) schraptet
(zij) schrappen(zij) schrapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) schrappe(dat ik) schrapte
(dat jij) schrappe(dat jij) schrapte
(dat hij) schrappe(dat hij) schrapte
(dat wij) schrappen(dat wij) schrapten
(dat jullie) schrappen(dat jullie) schrapten
(dat gij) schrappet(dat gij) schraptet
(dat zij) schrappen(dat zij) schrapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schrapschrapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schrappend, schrappende(hebben) geschrapt

Vertalingen

Catalaanscarriquejar; escarbotar; grinyolar; pelar; raspar; raure
Deensskrabe
Duitsschaben; kratzen; radieren; schrapen
Engelsscrape
Esperantoskrapi
Faeröersklóra; skava
Finsraapia
Franseffacer en grattant; gratter
Portugeesarranhar; rapar; raspar
Saterfriesradierje; skraabje; skrabje
Spaanslegrar; raer; raspar