Informatie over het woord assimileren (Nederlands → Esperanto: asimili)

Synoniem: in zich opnemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑsimiˈleːrə(n)/
Afbrekingas·si·mi·le·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) assimileer(ik) assimileerde
(jij) assimileert(jij) assimileerde
(hij) assimileert(hij) assimileerde
(wij) assimileren(wij) assimileerden
(jullie) assimileren(jullie) assimileerden
(gij) assimileert(gij) assimileerdet
(zij) assimileren(zij) assimileerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) assimilere(dat ik) assimileerde
(dat jij) assimilere(dat jij) assimileerde
(dat hij) assimilere(dat hij) assimileerde
(dat wij) assimileren(dat wij) assimileerden
(dat jullie) assimileren(dat jullie) assimileerden
(dat gij) assimileret(dat gij) assimileerdet
(dat zij) assimileren(dat zij) assimileerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
assimileerassimileert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
assimilerend, assimilerende(hebben) geassimileerd

Vertalingen

Catalaansassimilar
Duitsähnlich machen; assimilieren; angleichen; anpassen; umwandeln; erwerben; sich aneignen; verarbeiten; ganz in sich aufnehmen; einverleiben
Engelsassimilate
Esperantoasimili
Fransassimiler
Hongaarsasszimilál
Papiamentsasimilá
Portugeesassimilar
Russischассимилировать
Saterfriesäänelk moakje; assimilierje
Spaansasimilar