Informatie over het woord bouwwerk (Nederlands → Esperanto: arĥitektaĵo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɑu̯ʋɛrᵊk/
Afbrekingbouw·werk
Geslachtonzijdig
Meervoudbouwwerken

Voorbeelden van gebruik

Het bouwwerk uit 944 werd begin 2006 grotendeels verwoest door terroristen.

Vertalingen

Engelsbuilding
Esperantoarĥitektaĵo; arkitektaĵo
Nederduitsbowwark