Informatie over het woord ontvlekken (Nederlands → Esperanto: senmakuligi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔntˈflɛkə(n)/
Afbrekingont·vlek·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ontvlek(ik) ontvlekte
(jij) ontvlekt(jij) ontvlekte
(hij) ontvlekt(hij) ontvlekte
(wij) ontvlekken(wij) ontvlekten
(jullie) ontvlekken(jullie) ontvlekten
(gij) ontvlekt(gij) ontvlektet
(zij) ontvlekken(zij) ontvlekten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ontvlekke(dat ik) ontvlekte
(dat jij) ontvlekke(dat jij) ontvlekte
(dat hij) ontvlekke(dat hij) ontvlekte
(dat wij) ontvlekken(dat wij) ontvlekten
(dat jullie) ontvlekken(dat jullie) ontvlekten
(dat gij) ontvlekket(dat gij) ontvlektet
(dat zij) ontvlekken(dat zij) ontvlekten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ontvlekontvlekt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ontvlekkend, ontvlekkende(hebben) ontvlekt

Vertalingen

Esperantosenmakuligi
Fransdétacher; enlever une tache