Informatie over het woord versagen (Nederlands → Esperanto: senkuraĝiĝi)

Synoniemen: de moed laten zinken, de moed verliezen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈzaɣə(n)/
Afbrekingver·sa·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) versaag(ik) versaagde
(jij) versaagt(jij) versaagde
(hij) versaagt(hij) versaagde
(wij) versagen(wij) versaagden
(jullie) versagen(jullie) versaagden
(gij) versaagt(gij) versaagdet
(zij) versagen(zij) versaagden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) versage(dat ik) versaagde
(dat jij) versage(dat jij) versaagde
(dat hij) versage(dat hij) versaagde
(dat wij) versagen(dat wij) versaagden
(dat jullie) versagen(dat jullie) versaagden
(dat gij) versaget(dat gij) versaagdet
(dat zij) versagen(dat zij) versaagden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
versaagversaagt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
versagend, versagende(hebben) versaagd

Voorbeelden van gebruik

Maar Conan versaagde niet.

Vertalingen

Duitsden Mut verlieren; mutlos werden; die Courage verlieren; verzagen
Esperantosenkuraĝiĝi; perdi la kuraĝon
Franss’abattre