Informatie over het woord onthoofden (Nederlands → Esperanto: senkapigi)

Synoniem: het hoofd afslaan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔntˈɦovdə(n)/
Afbrekingont·hoof·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) onhoofd(ik) onthoofde
(jij) onhoofdt(jij) onthoofde
(hij) onhoofdt(hij) onthoofde
(wij) onthoofden(wij) onthoofden
(jullie) onthoofden(jullie) onthoofden
(gij) onhoofdt(gij) onthoofdet
(zij) onthoofden(zij) onthoofden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) onthoofde(dat ik) onthoofde
(dat jij) onthoofde(dat jij) onthoofde
(dat hij) onthoofde(dat hij) onthoofde
(dat wij) onthoofden(dat wij) onthoofden
(dat jullie) onthoofden(dat jullie) onthoofden
(dat gij) onthoofdet(dat gij) onthoofdet
(dat zij) onthoofden(dat zij) onthoofden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
onhoofdonhoofdt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
onthoofdend, onthoofdende(hebben) onthoofd

Voorbeelden van gebruik

Sterker nog, Saoedi‐Arabië heeft dit jaar meer mensen onthoofd dan ISIS.
Hij was drie dagen eerder achter het monument door de beul onthoofd.
Blijft hij in gebreke dan laat ik de ongelovige schavuit onthoofden.
Toen plotseling, geheel onverwachts, sprong Uglúk naar voren en onthoofdde twee van zijn tegenstanders met twee snelle slagen.

Vertalingen

Afrikaansonthoof
Catalaansdecapitar
Duitsenthaupten; köpfen
Engelsbehead; decapitate
Esperantosenkapigi
Faeröersavhøvda; hálshøgga
Italiaansdecapitare
Latijncarnificare
Portugeesdecapitar
Saterfrieskopje
Spaanscortar