Informatie over het woord ontvetten (Nederlands → Esperanto: sengrasigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔntˈfɛtə(n)/
Afbrekingont·vet·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ontvet(ik) ontvette
(jij) ontvet(jij) ontvette
(hij) ontvet(hij) ontvette
(wij) ontvetten(wij) ontvetten
(jullie) ontvetten(jullie) ontvetten
(gij) ontvet(gij) ontvettet
(zij) ontvetten(zij) ontvetten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ontvette(dat ik) ontvette
(dat jij) ontvette(dat jij) ontvette
(dat hij) ontvette(dat hij) ontvette
(dat wij) ontvetten(dat wij) ontvetten
(dat jullie) ontvetten(dat jullie) ontvetten
(dat gij) ontvettet(dat gij) ontvettet
(dat zij) ontvetten(dat zij) ontvetten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ontvetontvet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ontvettend, ontvettende(hebben) ontvet

Vertalingen

Esperantosengrasigi