Informatie over het woord verstrakken (Nederlands → Esperanto: rigidiĝi)

Synoniemen: verstarren, verstijven, stijf worden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈstrɑkə(n)/
Afbrekingver·strak·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verstrak(ik) verstrakte
(jij) verstrakt(jij) verstrakte
(hij) verstrakt(hij) verstrakte
(wij) verstrakken(wij) verstrakten
(jullie) verstrakken(jullie) verstrakten
(gij) verstrakt(gij) verstraktet
(zij) verstrakken(zij) verstrakten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verstrakke(dat ik) verstrakte
(dat jij) verstrakke(dat jij) verstrakte
(dat hij) verstrakke(dat hij) verstrakte
(dat wij) verstrakken(dat wij) verstrakten
(dat jullie) verstrakken(dat jullie) verstrakten
(dat gij) verstrakket(dat gij) verstraktet
(dat zij) verstrakken(dat zij) verstrakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verstrakverstrakt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verstrakkend, verstrakkende(zijn) verstrakt

Voorbeelden van gebruik

Heer Bommel wilde glimlachen om dat idee, maar halverwege verstrakten zijn gelaatstrekken en het koude zweet brak hem uit.

Vertalingen

Duitserstarren
Engelsstiffen; tighten
Esperantorigidiĝi
Faeröersstívna