Informatie over het woord opleven (Nederlands → Esperanto: reviviĝi)

Synoniemen: herleven, herrijzen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔplevə(n)/
Afbrekingop·le·ven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leef op(ik) leefde op
(jij) leeft op(jij) leefde op
(hij) leeft op(hij) leefde op
(wij) leven op(wij) leefden op
(jullie) leven op(jullie) leefden op
(gij) leeft op(gij) leefdet op
(zij) leven op(zij) leefden op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) opleve(dat ik) opleefde
(dat jij) opleve(dat jij) opleefde
(dat hij) opleve(dat hij) opleefde
(dat wij) opleven(dat wij) opleefden
(dat jullie) opleven(dat jullie) opleefden
(dat gij) oplevet(dat gij) opleefdet
(dat zij) opleven(dat zij) opleefden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
oplevend, oplevende(zijn) opgeleefd

Vertalingen

Engelsrevive
Esperantoreviviĝi
Portugeesressuscitar
Spaansreponerse