Informatie over het woord bijbrengen (Nederlands → Esperanto: rekonsciigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbɛi̯brɛŋə(n)/
Afbrekingbij·bren·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) breng bij(ik) bracht bij
(jij) brengt bij(jij) bracht bij
(hij) brengt bij(hij) bracht bij
(wij) brengen bij(wij) brachten bij
(jullie) brengen bij(jullie) brachten bij
(gij) brengt bij(gij) brachtet bij
(zij) brengen bij(zij) brachten bij
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bijbrenge(dat ik) bijbrachte
(dat jij) bijbrenge(dat jij) bijbrachte
(dat hij) bijbrenge(dat hij) bijbrachte
(dat wij) bijbrengen(dat wij) bijbrachten
(dat jullie) bijbrengen(dat jullie) bijbrachten
(dat gij) bijbrenget(dat gij) bijbrachtet
(dat zij) bijbrengen(dat zij) bijbrachten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
breng bijbrengt bij
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bijbrengend, bijbrengende(hebben) bijgebracht

Voorbeelden van gebruik

Bijna een uur lang waren wij, zonder een woord te wisselen bezig de student bij te brengen.

Vertalingen

Duitszu sich bringen; wieder zu sich bringen; zu Bewußtsein bringen; wieder zu Bewußtsein bringen
Engelsrestore to consciousness
Esperantorekonsciigi
Spaansreanimar