Woordsoort | werkwoord |
---|
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) kaatst terug | (hij) kaatste terug |
(zij) kaatsen terug | (zij) kaatsten terug |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) terugkaatse | (dat hij) terugkaatste |
(dat zij) terugkaatsen | (dat zij) terugkaatsten |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
terugkaatsend, terugkaatsende | (hebben) teruggekaatst |
Esperanto | reflektiĝi |
---|---|
Frans | se réfléchir |