Informatie over het woord autoriseren (Nederlands → Esperanto: rajtigi)

Synoniemen: machtigen, volmachtigen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑu̯toriˈzerə(n)/
Afbrekingau·to·ri·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) autoriseer(ik) autoriseerde
(jij) autoriseert(jij) autoriseerde
(hij) autoriseert(hij) autoriseerde
(wij) autoriseren(wij) autoriseerden
(jullie) autoriseren(jullie) autoriseerden
(gij) autoriseert(gij) autoriseerdet
(zij) autoriseren(zij) autoriseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) autorisere(dat ik) autoriseerde
(dat jij) autorisere(dat jij) autoriseerde
(dat hij) autorisere(dat hij) autoriseerde
(dat wij) autoriseren(dat wij) autoriseerden
(dat jullie) autoriseren(dat jullie) autoriseerden
(dat gij) autoriseret(dat gij) autoriseerdet
(dat zij) autoriseren(dat zij) autoriseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
autoriseerautoriseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
autoriserend, autoriserende(hebben) geautoriseerd

Vertalingen

Duitsberechtigen; bevollmächtigen; ermächtigen
Engelsauthorize
Esperantorajtigi
Fransautoriser
Portugeesautorizar; habilitar
Saterfriesbefrulmächtigje; begjuchtigje