Synoniemen: aantonen, bewijzen, staven, hardmaken
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɑtstryˈʋeːrə(n)/ |
---|
Afbreking | ad·stru·e·ren |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) adstrueer | (ik) adstrueerde |
(jij) adstrueert | (jij) adstrueerde |
(hij) adstrueert | (hij) adstrueerde |
(wij) adstrueren | (wij) adstrueerden |
(jullie) adstrueren | (jullie) adstrueerden |
(gij) adstrueert | (gij) adstrueerdet |
(zij) adstrueren | (zij) adstrueerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) adstruere | (dat ik) adstrueerde |
(dat jij) adstruere | (dat jij) adstrueerde |
(dat hij) adstruere | (dat hij) adstrueerde |
(dat wij) adstrueren | (dat wij) adstrueerden |
(dat jullie) adstrueren | (dat jullie) adstrueerden |
(dat gij) adstrueret | (dat gij) adstrueerdet |
(dat zij) adstrueren | (dat zij) adstrueerden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
adstrueer | adstrueert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
adstruerend, adstruerende | (hebben) geadstrueerd |
Ik zou het als een onwaardige zaak beschouwen als ik een herinnering, die mij duidelijk voor de geest staat, moest gaan adstrueren met documenten.