Informatie over het woord ravitailleren (Nederlands → Esperanto: provianti)

Synoniem: provianderen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ravitɑˈjerə(n)/
Afbrekingra·vi·tail·le·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ravitailleer(ik) ravitailleerde
(jij) ravitailleert(jij) ravitailleerde
(hij) ravitailleert(hij) ravitailleerde
(wij) ravitailleren(wij) ravitailleerden
(jullie) ravitailleren(jullie) ravitailleerden
(gij) ravitailleert(gij) ravitailleerdet
(zij) ravitailleren(zij) ravitailleerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ravitaillere(dat ik) ravitailleerde
(dat jij) ravitaillere(dat jij) ravitailleerde
(dat hij) ravitaillere(dat hij) ravitailleerde
(dat wij) ravitailleren(dat wij) ravitailleerden
(dat jullie) ravitailleren(dat jullie) ravitailleerden
(dat gij) ravitailleret(dat gij) ravitailleerdet
(dat zij) ravitailleren(dat zij) ravitailleerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ravitailleerravitailleert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ravitaillerend, ravitaillerende(hebben) geravitailleerd

Vertalingen

Engelsprovision
Esperantoprovianti; provizumi
Spaansaprovisionar