Informatie over het woord prolongeren (Nederlands → Esperanto: pludaŭrigi)

Synoniem: verlengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/prolɔŋˈɣerə(n)/
Afbrekingpro·lon·ge·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) prolongeer(ik) prolongeerde
(jij) prolongeert(jij) prolongeerde
(hij) prolongeert(hij) prolongeerde
(wij) prolongeren(wij) prolongeerden
(jullie) prolongeren(jullie) prolongeerden
(gij) prolongeert(gij) prolongeerdet
(zij) prolongeren(zij) prolongeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) prolongere(dat ik) prolongeerde
(dat jij) prolongere(dat jij) prolongeerde
(dat hij) prolongere(dat hij) prolongeerde
(dat wij) prolongeren(dat wij) prolongeerden
(dat jullie) prolongeren(dat jullie) prolongeerden
(dat gij) prolongeret(dat gij) prolongeerdet
(dat zij) prolongeren(dat zij) prolongeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
prolongeerprolongeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
prolongerend, prolongerende(hebben) geprolongeerd

Vertalingen

Engelsextend
Esperantopludaŭrigi
Thaisต่อ