Informatie over het woord veredelen (Nederlands → Esperanto: plinobligi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) veredel(ik) veredelde
(jij) veredelt(jij) veredelde
(hij) veredelt(hij) veredelde
(wij) veredelen(wij) veredelden
(jullie) veredelen(jullie) veredelden
(gij) veredelt(gij) veredeldet
(zij) veredelen(zij) veredelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) veredele(dat ik) veredelde
(dat jij) veredele(dat jij) veredelde
(dat hij) veredele(dat hij) veredelde
(dat wij) veredelen(dat wij) veredelden
(dat jullie) veredelen(dat jullie) veredelden
(dat gij) veredelet(dat gij) veredeldet
(dat zij) veredelen(dat zij) veredelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
veredelveredelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
veredelend, veredelende(hebben) veredeld

Vertalingen

Esperantoplinobligi