Informatie over het woord versmallen (Nederlands → Esperanto: plimallarĝigi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) versmal(ik) versmalde
(jij) versmalt(jij) versmalde
(hij) versmalt(hij) versmalde
(wij) versmallen(wij) versmalden
(jullie) versmallen(jullie) versmalden
(gij) versmalt(gij) versmaldet
(zij) versmallen(zij) versmalden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) versmalle(dat ik) versmalde
(dat jij) versmalle(dat jij) versmalde
(dat hij) versmalle(dat hij) versmalde
(dat wij) versmallen(dat wij) versmalden
(dat jullie) versmallen(dat jullie) versmalden
(dat gij) versmallet(dat gij) versmaldet
(dat zij) versmallen(dat zij) versmalden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
versmalversmalt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
versmallend, versmallende(hebben) versmald

Vertalingen

Esperantoplimallarĝigi