Informatie over het woord volproppen (Nederlands → Esperanto: plenŝtopi)

Synoniemen: opstoppen, opvullen, proppen, volstoppen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɔlprɔpə(n)/
Afbrekingvol·prop·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) prop vol(ik) propte vol
(jij) propt vol(jij) propte vol
(hij) propt vol(hij) propte vol
(wij) proppen vol(wij) propten vol
(jullie) proppen vol(jullie) propten vol
(gij) propt vol(gij) proptet vol
(zij) proppen vol(zij) propten vol
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) volproppe(dat ik) volpropte
(dat jij) volproppe(dat jij) volpropte
(dat hij) volproppe(dat hij) volpropte
(dat wij) volproppen(dat wij) volpropten
(dat jullie) volproppen(dat jullie) volpropten
(dat gij) volproppet(dat gij) volproptet
(dat zij) volproppen(dat zij) volpropten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
prop volpropt vol
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
volproppend, volproppende(hebben) volgepropt

Voorbeelden van gebruik

Mevrouw Hubbard reisde met een minimum aan bagage: een hoededoos, een eenvoudige koffer en een volgepropte reistas.

Vertalingen

Engelscram
Esperantoplenŝtopi
Portugeesempanturrar; entulhar