Informatie over het woord dichtslibben (Nederlands → Esperanto: plenŝlimi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɪx(t)slɪbə(n)/
Afbrekingdicht·slib·ben

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) slibt dicht(hij) slibde dicht
(zij) slibben dicht(zij) slibden dicht
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) dichtslibbe(dat hij) dichtslibde
(dat zij) dichtslibben(dat zij) dichtslibden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dichtslibbend, dichtslibbende(zijn) dichtgeslibd

Vertalingen

Engelssilt up; fill up; silt
Esperantoplenŝlimi