Informatie over het woord piketten (Nederlands → Esperanto: pikedludi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/piˈkɛtə(n)/
Afbrekingpi·ket·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) piket(ik) pikette
(jij) piket(jij) pikette
(hij) piket(hij) pikette
(wij) piketten(wij) piketten
(jullie) piketten(jullie) piketten
(gij) piket(gij) pikettet
(zij) piketten(zij) piketten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) pikette(dat ik) pikette
(dat jij) pikette(dat jij) pikette
(dat hij) pikette(dat hij) pikette
(dat wij) piketten(dat wij) piketten
(dat jullie) piketten(dat jullie) piketten
(dat gij) pikettet(dat gij) pikettet
(dat zij) piketten(dat zij) piketten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
piketpiket
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
pikettend, pikettende(hebben) gepiket

Vertalingen

Esperantopikedludi