Synoniemen: gedogen, permitteren, toelaten, toestaan, vergunnen
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) veroorloof | (ik) veroorloofde |
(jij) veroorlooft | (jij) veroorloofde |
(hij) veroorlooft | (hij) veroorloofde |
(wij) veroorloven | (wij) veroorloofden |
(jullie) veroorloven | (jullie) veroorloofden |
(gij) veroorlooft | (gij) veroorloofdet |
(zij) veroorloven | (zij) veroorloofden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) veroorlove | (dat ik) veroorloofde |
(dat jij) veroorlove | (dat jij) veroorloofde |
(dat hij) veroorlove | (dat hij) veroorloofde |
(dat wij) veroorloven | (dat wij) veroorloofden |
(dat jullie) veroorloven | (dat jullie) veroorloofden |
(dat gij) veroorlovet | (dat gij) veroorloofdet |
(dat zij) veroorloven | (dat zij) veroorloofden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
veroorloof | veroorlooft |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
veroorlovend, veroorlovende | (hebben) veroorloofd |