Informatie over het woord berouwen (Nederlands → Esperanto: pentigi)

Synoniem: rouwen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈrɑu̯̯ʋə(n)/
Afbrekingbe·rou·wen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) berouw(ik) berouwde
(jij) berouwt(jij) berouwde
(hij) berouwt(hij) berouwde
(wij) berouwen(wij) berouwden
(jullie) berouwen(jullie) berouwden
(gij) berouwt(gij) berouwdet
(zij) berouwen(zij) berouwden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) berouwe(dat ik) berouwde
(dat jij) berouwe(dat jij) berouwde
(dat hij) berouwe(dat hij) berouwde
(dat wij) berouwen(dat wij) berouwden
(dat jullie) berouwen(dat jullie) berouwden
(dat gij) berouwet(dat gij) berouwdet
(dat zij) berouwen(dat zij) berouwden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
berouwberouwt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
berouwend, berouwende(hebben) berouwd

Voorbeelden van gebruik

Maar gij zult u nooit de moeite berouwen, ze geleerd te hebben.
Ik zei toch dat het je niet zou berouwen!

Vertalingen

Engelsregret; repent; repent of
Esperantopentigi