Informatie over het woord tobben (Nederlands → Esperanto: penegadi)

Synoniemen: ploeteren, sappelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtɔbə(n)/
Afbrekingtob·ben

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tob(ik) tobde
(jij) tobt(jij) tobde
(hij) tobt(hij) tobde
(wij) tobben(wij) tobden
(jullie) tobben(jullie) tobden
(gij) tobt(gij) tobdet
(zij) tobben(zij) tobden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tobbe(dat ik) tobde
(dat jij) tobbe(dat jij) tobde
(dat hij) tobbe(dat hij) tobde
(dat wij) tobben(dat wij) tobden
(dat jullie) tobben(dat jullie) tobden
(dat gij) tobbet(dat gij) tobdet
(dat zij) tobben(dat zij) tobden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tobtobt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tobbend, tobbende(hebben) getobd

Voorbeelden van gebruik

Ze betrad de gang en schreed naar de kamer, zonder verder aandacht aan haar tobbende gastheer te schenken.

Vertalingen

Engelsgrind
Esperantopenegadi