Informatie over het woord gruizelen (Nederlands → Esperanto: pecetiĝi)

Synoniem: afbrokkelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣrœy̯zələ(n)/
Afbrekinggrui·ze·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) gruizelt(hij) gruizelde
(zij) gruizelen(zij) gruizelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) gruizele(dat hij) gruizelde
(dat zij) gruizelen(dat zij) gruizelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
gruizelend, gruizelende(zijn) gegruizeld

Vertalingen

Duitsbröckeln
Engelscrumble; crumble away; crumble off
Esperantopecetiĝi; dispecetiĝi
Italiaanssgretolarsi
Saterfriesoubrokkelje
Spaansderruirse; desmoronarse
Westerlauwers Friesôfbroazelje