Informatie over het woord oscilleren (Nederlands → Esperanto: oscili)

Synoniemen: schommelen, slingeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔsɪˈlerə(n)/
Afbrekingos·cil·le·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) oscilleert(hij) oscilleerde
(zij) oscilleren(zij) oscilleerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) oscillere(dat hij) oscilleerde
(dat zij) oscilleren(dat zij) oscilleerden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
oscillerend, oscillerende(hebben) geoscilleerd

Vertalingen

Engelsoscillate
Esperantooscili
Fransosciller
Spaansoscilar