Informatie over het woord nervositeit (Nederlands → Esperanto: nervozeco)

Synoniem: zenuwachtigheid

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/nɛrvoziˈtɛi̯t/
Afbrekingner·vo·si·teit

Voorbeelden van gebruik

Maar langzaam maar zeker werd zij zelf aangestoken door hun nervositeit.
Tannahill die kennelijk met groeiende nervositeit naar het plan had zitten luisteren, zei met tegenzin: „Jij bent inderdaad iemand die van wanten weet!”.

Vertalingen

Deensnervøsitet
Engelsnervousness
Esperantonervozeco
Papiamentsnervosidat
Poolszdenerwowanie
Zweedsnervositet