Informatie over het woord misselijkheid (Nederlands → Esperanto: naŭzo)

Synoniem: weeheid

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈmɪsələkɦɛi̯t/
Afbrekingmis·se·lijk·heid
Geslachtvrouwelijk

Voorbeelden van gebruik

„Ik red me wel”, zei Arutha, de man ondersteunend terwijl hij moest vechten tegen een aanval van misselijkheid.
Ze waagden zich ongeveer dertig passen van de muur, waarbij de pijn en misselijkheid steeds heviger werden.
Plotseling sloeg er een golf van misselijkheid over me heen.

Vertalingen

Deensvæmmelse
DuitsEkel; Übelkeit
Engelsnausea
Esperantonaŭzo; vomemo
Faeröersvaml
Grieksαηδία
Italiaansavversione; ripugnanza
Nederduitsafkeyr
Papiamentsdebòr; desgusto; disgusto; disgustu
Portugeesnáusea
SaterfriesEeuwelgaid; Gjouel
Spaansasco; náusea; repugnancia
Westerlauwers Friesmier
Zweedsvämjelse; äckel