Informatie over het woord doodbloeden (Nederlands → Esperanto: morti pro sangelfluo)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdodbludə(n)/
Afbrekingdood·bloe·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bloed dood(ik) bloedde dood
(jij) bloedt dood(jij) bloedde dood
(hij) bloedt dood(hij) bloedde dood
(wij) bloeden dood(wij) bloedden dood
(jullie) bloeden dood(jullie) bloedden dood
(gij) bloedt dood(gij) bloeddet dood
(zij) bloeden dood(zij) bloedden dood
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) doodbloede(dat ik) doodbloedde
(dat jij) doodbloede(dat jij) doodbloedde
(dat hij) doodbloede(dat hij) doodbloedde
(dat wij) doodbloeden(dat wij) doodbloedden
(dat jullie) doodbloeden(dat jullie) doodbloedden
(dat gij) doodbloedet(dat gij) doodbloeddet
(dat zij) doodbloeden(dat zij) doodbloedden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doodbloedend, doodbloedende(zijn) doodgebloed

Voorbeelden van gebruik

Het slachtoffer bloedde dood op straat.
Niettemin mag die brave jongen niet doodbloeden.

Vertalingen

Engelsbleed to death
Esperantomorti pro sangelfluo