Informatie over het woord weekmaken (Nederlands → Esperanto: moligi)

Synoniemen: murw maken, vertederen, zacht maken, vermurwen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak week(ik) maakte week
(jij) maakt week(jij) maakte week
(hij) maakt week(hij) maakte week
(wij) maken week(wij) maakten week
(jullie) maken week(jullie) maakten week
(gij) maakt week(gij) maaktet week
(zij) maken week(zij) maakten week
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) weekmake(dat ik) weekmaakte
(dat jij) weekmake(dat jij) weekmaakte
(dat hij) weekmake(dat hij) weekmaakte
(dat wij) weekmaken(dat wij) weekmaakten
(dat jullie) weekmaken(dat jullie) weekmaakten
(dat gij) weekmaket(dat gij) weekmaaktet
(dat zij) weekmaken(dat zij) weekmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak weekmaakt week
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
weekmakend, weekmakende(hebben) weekgemaakt

Vertalingen

Duitserweichen; verweichlichen
Engelssoften up; soften
Esperantomoligi
Papiamentsmolia
Saterfrieswook moakje
Schotssoften
Zweedslena