Informatie over het woord teuten (Nederlands → Esperanto: malrapidi)

Synoniemen: dralen, leuteren, talmen, toeven, treuzelen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) teut(ik) teutte
(jij) teut(jij) teutte
(hij) teut(hij) teutte
(wij) teuten(wij) teutten
(jullie) teuten(jullie) teutten
(gij) teut(gij) teuttet
(zij) teuten(zij) teutten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) teute(dat ik) teutte
(dat jij) teute(dat jij) teutte
(dat hij) teute(dat hij) teutte
(dat wij) teuten(dat wij) teutten
(dat jullie) teuten(dat jullie) teutten
(dat gij) teutet(dat gij) teuttet
(dat zij) teuten(dat zij) teutten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
teutteut
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
teutend, teutende(hebben) geteut

Vertalingen

Duitszögern
Engelsdelay; tarry
Esperantomalrapidi; lanti