Informatie over het woord verslaan (Nederlands → Esperanto: malfreŝiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈslan/
Afbrekingver·slaan

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) verslaat(hij) versloeg
(zij) verslaan(zij) versloegen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) versla(dat hij) versloege
(dat zij) verslaan(dat zij) versloegen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verslaand, verslaande(zijn) verslagen

Vertalingen

Duitsschal werden; alt werden; welk werden; matt werden
Engelsage
Esperantomalfreŝiĝi