Informatie over het woord boosdoener (Nederlands → Esperanto: malbonfaranto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbozdunər/
Afbrekingboos·doe·ner
Geslachtmanlijk
Meervoudboosdoeners

Voorbeelden van gebruik

Een van de voornaamste boosdoeners was de tovenaar Sartzanek.
Maar al te veel boosdoeners ontsnappen met volle zakken en zonder door iemand een vingerbreed in de weg te worden gelegd!

Vertalingen

Engelsevildoer; malefactor
Esperantomalbonfaranto
Portugeesmalfeitor