Informatie over het woord leasen (Nederlands → Esperanto: lui longedaŭre)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈliːsə(n)/
Afbrekinglea·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leas(ik) leaste
(jij) least(jij) leaste
(hij) least(hij) leaste
(wij) leasen(wij) leasten
(jullie) leasen(jullie) leasten
(gij) least(gij) leastet
(zij) leasen(zij) leasten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) lease(dat ik) leaste
(dat jij) lease(dat jij) leaste
(dat hij) lease(dat hij) leaste
(dat wij) leasen(dat wij) leasten
(dat jullie) leasen(dat jullie) leasten
(dat gij) leaset(dat gij) leastet
(dat zij) leasen(dat zij) leasten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leasleast
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
leasend, leasende(hebben) geleast

Vertalingen

Esperantolui longedaŭre