Informatie over het woord verrekenen (Nederlands → Esperanto: kvitigi)

Synoniemen: kwijtschelden, vereffenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vəˈrekənə(n)/
Afbrekingver·re·ke·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verreken(ik) verrekende
(jij) verrekent(jij) verrekende
(hij) verrekent(hij) verrekende
(wij) verrekenen(wij) verrekenden
(jullie) verrekenen(jullie) verrekenden
(gij) verrekent(gij) verrekendet
(zij) verrekenen(zij) verrekenden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verrekene(dat ik) verrekende
(dat jij) verrekene(dat jij) verrekende
(dat hij) verrekene(dat hij) verrekende
(dat wij) verrekenen(dat wij) verrekenden
(dat jullie) verrekenen(dat jullie) verrekenden
(dat gij) verrekenet(dat gij) verrekendet
(dat zij) verrekenen(dat zij) verrekenden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verrekenverrekent
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verrekenend, verrekenende(hebben) verrekend

Voorbeelden van gebruik

Als er ook nog aanslagen zijn die u moet betalen, kan het terug te ontvangen bedrag worden verrekend met de nog te betalen aanslagen.

Vertalingen

Afrikaansvereffen
Duitsentlasten
Engelsclear
Esperantokvitigi
Faeröerseftirgeva
Fransacquitter; dégager