Informatie over het woord meezeulen (Nederlands → Esperanto: kuntreni)

Synoniemen: meeslepen, ten gevolge hebben

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmezølə(n)/
Afbrekingmee·zeu·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) meezeul(ik) meezeulde
(jij) meezeult(jij) meezeulde
(hij) meezeult(hij) meezeulde
(wij) meezeulen(wij) meezeulden
(jullie) meezeulen(jullie) meezeulden
(gij) meezeult(gij) meezeuldet
(zij) meezeulen(zij) meezeulden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) meezeule(dat ik) meezeulde
(dat jij) meezeule(dat jij) meezeulde
(dat hij) meezeule(dat hij) meezeulde
(dat wij) meezeulen(dat wij) meezeulden
(dat jullie) meezeulen(dat jullie) meezeulden
(dat gij) meezeulet(dat gij) meezeuldet
(dat zij) meezeulen(dat zij) meezeulden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
meezeulend, meezeulende(hebben) meegezeuld

Vertalingen

Engelsdrag along
Esperantokuntreni
Portugeesacarretar; arrastar; implicar; levar consigo
Spaanssutura