Informatie over het woord ineenzetten (Nederlands → Esperanto: kunmeti)

Synoniemen: bijeenvoegen, samenstellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɪˈnenzɛtə(n)/
Afbrekingin·een·zet·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zet ineen(ik) zette ineen
(jij) zet ineen(jij) zette ineen
(hij) zet ineen(hij) zette ineen
(wij) zetten ineen(wij) zetten ineen
(jullie) zetten ineen(jullie) zetten ineen
(gij) zet ineen(gij) zettet ineen
(zij) zetten ineen(zij) zetten ineen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ineenzette(dat ik) ineenzette
(dat jij) ineenzette(dat jij) ineenzette
(dat hij) ineenzette(dat hij) ineenzette
(dat wij) ineenzetten(dat wij) ineenzetten
(dat jullie) ineenzetten(dat jullie) ineenzetten
(dat gij) ineenzettet(dat gij) ineenzettet
(dat zij) ineenzetten(dat zij) ineenzetten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zet ineenzet ineen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ineenzettend, ineenzettende(hebben) ineengezet

Vertalingen

Catalaanscomposar; juntar
Engelsput together; build; compose; construct; draught; combine; assemble
Esperantokunmeti
Faeröersseta saman
Fransassembler; joindre
Hongaarsösszetesz
Portugeescompor
Spaanscomponer; juntar