Synoniemen: opkrikken, opvijzelen
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) vijzel | (ik) vijzelde |
(jij) vijzelt | (jij) vijzelde |
(hij) vijzelt | (hij) vijzelde |
(wij) vijzelen | (wij) vijzelden |
(jullie) vijzelen | (jullie) vijzelden |
(gij) vijzelt | (gij) vijzeldet |
(zij) vijzelen | (zij) vijzelden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) vijzele | (dat ik) vijzelde |
(dat jij) vijzele | (dat jij) vijzelde |
(dat hij) vijzele | (dat hij) vijzelde |
(dat wij) vijzelen | (dat wij) vijzelden |
(dat jullie) vijzelen | (dat jullie) vijzelden |
(dat gij) vijzelet | (dat gij) vijzeldet |
(dat zij) vijzelen | (dat zij) vijzelden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
vijzel | vijzelt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
vijzelend, vijzelende | (hebben) gevijzeld |