Informatie over het woord piepen (Nederlands → Esperanto: krieti)

Synoniem: janken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpipə(n)/
Afbrekingpie·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) piep(ik) piepte
(jij) piept(jij) piepte
(hij) piept(hij) piepte
(wij) piepen(wij) piepten
(jullie) piepen(jullie) piepten
(gij) piept(gij) pieptet
(zij) piepen(zij) piepten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) piepe(dat ik) piepte
(dat jij) piepe(dat jij) piepte
(dat hij) piepe(dat hij) piepte
(dat wij) piepen(dat wij) piepten
(dat jullie) piepen(dat jullie) piepten
(dat gij) piepet(dat gij) pieptet
(dat zij) piepen(dat zij) piepten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pieppiept
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
piepend, piepende(hebben) gepiept

Vertalingen

Duitswinseln; leise Schreie ausstoßen
Engelssqueal
Esperantokrieti