Informatie over het woord verschikken (Nederlands → Esperanto: aliaranĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈsxɪkə(n)/
Afbrekingver·schik·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verschik(ik) verschikte
(jij) verschikt(jij) verschikte
(hij) verschikt(hij) verschikte
(wij) verschikken(wij) verschikten
(jullie) verschikken(jullie) verschikten
(gij) verschikt(gij) verschiktet
(zij) verschikken(zij) verschikten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verschikke(dat ik) verschikte
(dat jij) verschikke(dat jij) verschikte
(dat hij) verschikke(dat hij) verschikte
(dat wij) verschikken(dat wij) verschikten
(dat jullie) verschikken(dat jullie) verschikten
(dat gij) verschikket(dat gij) verschiktet
(dat zij) verschikken(dat zij) verschikten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verschikverschikt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verschikkend, verschikkende(hebben) verschikt

Voorbeelden van gebruik

De ongelukkige reiziger stond nog steeds vol afkeer in het donkere water te staren en verschikte zijn ijzeren kogel van de ene arm in de andere.

Vertalingen

Duitsanders anorden; umordnen; anders gestalten
Engelsshift
Esperantoaliaranĝi