Informatie over het woord crediteren (Nederlands → Esperanto: krediti)

Synoniem: te goed houden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/krediˈterə(n)/
Afbrekingcre·di·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) crediteer(ik) crediteerde
(jij) crediteert(jij) crediteerde
(hij) crediteert(hij) crediteerde
(wij) crediteren(wij) crediteerden
(jullie) crediteren(jullie) crediteerden
(gij) crediteert(gij) crediteerdet
(zij) crediteren(zij) crediteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) creditere(dat ik) crediteerde
(dat jij) creditere(dat jij) crediteerde
(dat hij) creditere(dat hij) crediteerde
(dat wij) crediteren(dat wij) crediteerden
(dat jullie) crediteren(dat jullie) crediteerden
(dat gij) crediteret(dat gij) crediteerdet
(dat zij) crediteren(dat zij) crediteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
crediteercrediteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
crediterend, crediterende(hebben) gecrediteerd

Vertalingen

Duitskreditieren; gutschreiben; ins Haben buchen; auf Kredit geben; stunden; anschreiben
Engelscredit
Esperantokrediti
Spaansabonar en cuenta; acreditar