Informatie over het woord wijsmaken (Nederlands → Esperanto: kredigi)

Synoniemen: diets maken, doen geloven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛi̯smakə(n)/
Afbrekingwijs·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak wijs(ik) maakte wijs
(jij) maakt wijs(jij) maakte wijs
(hij) maakt wijs(hij) maakte wijs
(wij) maken wijs(wij) maakten wijs
(jullie) maken wijs(jullie) maakten wijs
(gij) maakt wijs(gij) maaktet wijs
(zij) maken wijs(zij) maakten wijs
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wijsmake(dat ik) wijsmaakte
(dat jij) wijsmake(dat jij) wijsmaakte
(dat hij) wijsmake(dat hij) wijsmaakte
(dat wij) wijsmaken(dat wij) wijsmaakten
(dat jullie) wijsmaken(dat jullie) wijsmaakten
(dat gij) wijsmaket(dat gij) wijsmaaktet
(dat zij) wijsmaken(dat zij) wijsmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak wijsmaakt wijs
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wijsmakend, wijsmakende(hebben) wijsgemaakt

Voorbeelden van gebruik

U wilt me toch zeker niet wijsmaken dat die afschuwelijke kreet uit een mensenkeel kwam?
Hond, wilt ge me soms wat wijsmaken?

Vertalingen

Afrikaanswysmaak
Duitsweismachen; glauben machen; einreden
Esperantokredigi
Faeröersfáa at trúgva