Informatie over het woord wijden (Nederlands → Esperanto: konsekri)

Synoniemen: consacreren, consecreren, inwijden, inzegenen, zegenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛi̯də(n)/
Afbrekingwij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) wijd(ik) wijdde
(jij) wijdt(jij) wijdde
(hij) wijdt(hij) wijdde
(wij) wijden(wij) wijdden
(jullie) wijden(jullie) wijdden
(gij) wijdt(gij) wijddet
(zij) wijden(zij) wijdden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wijde(dat ik) wijdde
(dat jij) wijde(dat jij) wijdde
(dat hij) wijde(dat hij) wijdde
(dat wij) wijden(dat wij) wijdden
(dat jullie) wijden(dat jullie) wijdden
(dat gij) wijdet(dat gij) wijddet
(dat zij) wijden(dat zij) wijdden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wijdwijdt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wijdend, wijdende(hebben) gewijd

Voorbeelden van gebruik

Hij koesterde zulk een diepe eerbied voor gewijde dingen en plaatsen, en hield die zo zorgvuldig van wereldse zaken gescheiden, dat zonder dat hij het bemerkt had, zijne zondagsschoolstem een bijzondere klank had gekregen, welke op weekdagen geheel ontbrak.

Vertalingen

Catalaansconsagrar
Duitsweihen; einweihen
Engelsconsecrate
Esperantokonsekri; malprofani
Faeröersvíga
Fransconsacrer
Spaansconsagrar