Informatie over het woord overschakelen (Nederlands → Esperanto: komuti)

Synoniemen: omleggen, omschakelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈovərsxakələ(n)/
Afbrekingover·scha·ke·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schakel over(ik) schakelde over
(jij) schakelt over(jij) schakelde over
(hij) schakelt over(hij) schakelde over
(wij) schakelen over(wij) schakelden over
(jullie) schakelen over(jullie) schakelden over
(gij) schakelt over(gij) schakeldet over
(zij) schakelen over(zij) schakelden over
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overschakele(dat ik) overschakelde
(dat jij) overschakele(dat jij) overschakelde
(dat hij) overschakele(dat hij) overschakelde
(dat wij) overschakelen(dat wij) overschakelden
(dat jullie) overschakelen(dat jullie) overschakelden
(dat gij) overschakelet(dat gij) overschakeldet
(dat zij) overschakelen(dat zij) overschakelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schakel overschakelt over
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overschakelend, overschakelende(hebben) overgeschakeld

Vertalingen

Catalaanscanviar de via; commutar
Duitsumschalten; umschnallen
Engelscommute; switch; shunt; commutate
Esperantokomuti
Fransaiguiller; commuter
Saterfriesuumschaltje; uumskaltje
Spaansconmutar; desviar