Informatie over het woord omschakelen (Nederlands → Esperanto: komuti)

Synoniemen: omleggen, overschakelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmsxakələ(n)/
Afbrekingom·scha·ke·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schakel om(ik) schakelde om
(jij) schakelt om(jij) schakelde om
(hij) schakelt om(hij) schakelde om
(wij) schakelen om(wij) schakelden om
(jullie) schakelen om(jullie) schakelden om
(gij) schakelt om(gij) schakeldet om
(zij) schakelen om(zij) schakelden om
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omschakele(dat ik) omschakelde
(dat jij) omschakele(dat jij) omschakelde
(dat hij) omschakele(dat hij) omschakelde
(dat wij) omschakelen(dat wij) omschakelden
(dat jullie) omschakelen(dat jullie) omschakelden
(dat gij) omschakelet(dat gij) omschakeldet
(dat zij) omschakelen(dat zij) omschakelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schakel omschakelt om
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omschakelend, omschakelende(hebben) omgeschakeld

Vertalingen

Catalaanscanviar de via; commutar
Duitsumschalten; umschnallen
Engelsswitch
Esperantokomuti
Fransaiguiller; commuter
Saterfriesuumschaltje; uumskaltje
Spaansconmutar; desviar