Synoniem: vooroverbuigen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /voˈrovərɦɛlə(n)/ |
Afbreking | voor·over·hel·len |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) overhel voor | (ik) overhelde voor |
(jij) overhelt voor | (jij) overhelde voor |
(hij) overhelt voor | (hij) overhelde voor |
(wij) overhellen voor | (wij) overhelden voor |
(jullie) overhellen voor | (jullie) overhelden voor |
(gij) overhelt voor | (gij) overheldet voor |
(zij) overhellen voor | (zij) overhelden voor |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) vooroverhelle | (dat ik) vooroverhelde |
(dat jij) vooroverhelle | (dat jij) vooroverhelde |
(dat hij) vooroverhelle | (dat hij) vooroverhelde |
(dat wij) vooroverhellen | (dat wij) vooroverhelden |
(dat jullie) vooroverhellen | (dat jullie) vooroverhelden |
(dat gij) vooroverhellet | (dat gij) vooroverheldet |
(dat zij) vooroverhellen | (dat zij) vooroverhelden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
vooroverhellend, vooroverhellende | (hebben) voorovergeheld |
Engels | bend over |
---|---|
Esperanto | kliniĝi antaŭen |
Turks | abanmak |