Informatie over het woord koppen (Nederlands → Esperanto: kapobati)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkɔpə(n)/
Afbrekingkop·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kop(ik) kopte
(jij) kopt(jij) kopte
(hij) kopt(hij) kopte
(wij) koppen(wij) kopten
(jullie) koppen(jullie) kopten
(gij) kopt(gij) koptet
(zij) koppen(zij) kopten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) koppe(dat ik) kopte
(dat jij) koppe(dat jij) kopte
(dat hij) koppe(dat hij) kopte
(dat wij) koppen(dat wij) kopten
(dat jullie) koppen(dat jullie) kopten
(dat gij) koppet(dat gij) koptet
(dat zij) koppen(dat zij) kopten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kopkopt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
koppend, koppende(hebben) gekopt

Vertalingen

Duitsköpfen
Engelsheadbutt
Esperantokapobati; kapumi